Louis Coenraad
In 1992 kreeg één van mijn oudere
broers onverwachts opeens een
schrijven betreffende dit ongeval in
Gibraltar. De persoon die al in 1960 had
verklaard dat niet een lekkende olielei-
ding, maar menselijk falen de oorzaak
was van dit ongeval had al die jaren, na-
dat hij deze bewering weer had ingetrok-
ken, te kampen gehad met psychische
problemen. Hij heeft daarover diverse
malen correspondentie gevoerd met de
Marine en in 1992 deed hij wederom een
poging en beriep zich op de Wet Open-
baarheid van Bestuur (WOB).
Nevenstaande brief schreef hij op 1 april
1992 aan het ministerie van defensie.
Een nieuwe wending
Ongeluk te wijten aan men-
selijke beoordelings fouten
Uit de briefwisseling kwam naar voren
dat defensie in 1961 al een uitvoerig on-
derzoek had gedaan naar deze ramp en
tot de conclusie was gekomen dat dit
noodlottig ongeval vooral te wijten was
aan menselijke beoordelingsfouten.
Geen lekkende olieleiding of motorsto-
ring dus en van brand was al helemaal
geen sprake.
Wel kreeg mijn broer te horen dat deze
informatie vertrouwelijk was en om nie-
mand in een lastig parket te brengen
hebben we zodoende al die jaren niets
ondernomen.
Maar oude, zere wonden waren weer
opengereten en op elke familiebijeen-
komst kwam dit onderwerp wel ter
sprake. Vooral de volgende vraag bleef
hangen: Als de marine leiding in 1961, na
uitvoerig onderzoek, al wist wat de pre-
cieze oorzaak was van dit vliegtuigonge-
val, waarom zijn mijn ouders dan hier-
over nooit ingelicht? Moest er iemand
beschermd worden of was men bang
voor eventuele financiële gevolgen?
Toen ik in oktober 2013 in de vut kwam
besloot ik om dit uit te gaan zoeken. De
uitspraak van mijn vrouw: ”Jullie praten
hier altijd over, maar als niemand iets
doet dan komen jullie nooit achter de
waarheid “, was het laatste zetje dat ik
nodig had en bovendien had ik nu zeeën
van tijd. Ik deed het vooral voor mijn
twee oudere broers die samen met Louis
in Indonesië waren opgegroeid en het
meest met hem te maken hadden gehad.
Zelf was ik pas 10 jaar toen Louis over-
leed en mijn herinneringen aan hem zijn
dan ook veel minder. We waren zeker
niet uit op een financiële genoegdoening
of om alsnog iemand aan de schandpaal
te nagelen. We wilden gewoon weten wat
er werkelijk in 1960 in Gibraltar gebeurd
was. Maar wie moest ik benaderen?
In het begin wilde ik een email sturen
naar de Marine, maar dacht meteen dat
als ik de verkeerde persoon te pakken
kreeg, ik afgescheept zou kunnen worden
met de woorden: “Oh meneer Coenraad,
dat is al zo lang geleden, daar is geen
informatie meer over “.
Zelf op onderzoek